Onderstaande karakteristiek is letterlijk overgenomen uit het eerder genoemde artikel van Guus Smeets.
Korte karakteristiek van de componist Geelen
Twee aspecten vallen op:
de ritmiek speelt een zeer belangrijke rol (indringend);
mede door het vorige krijgt het meditatieve element – eveneens typerend – extra reliëf.
Geelen schreef veel functionele muziek en wist precies wat hij kon en mocht verwachten van amateurs en van beroepsmusici, omdat hij zich daar voortdurend in verdiepte. Het idioom is modern; niet experimenteel, wel origineel; vakmatig perfect, vooral lineair en harmonisch.
Veel werken hebben bij precieze uitvoering dwingende zeggingskracht en een opvallende lading. In koorwerken met orkest, maar ook in bijvoorbeeld de sextetten voor soloblazers, blijft de klank doorzichtig.
Het doorgronden van gebruikte teksten leek hem van nature gegeven. Hoewel Geelen veel werken schreef die van ernstige aard zijn – ‘Pacem in terris’, ‘A kind of existence’ en bijvoorbeeld het ‘Livre d’orgue’ – was hij ook een man met humor en zeer wel in staat om te gaan met humoristische teksten, getuige bijvoorbeeld zijn ‘Diablerie’ voor gemengd koor, ‘2 PK’ voor mannenkoor, het ‘Verkeersexamen’ voor gemengd koor en het ‘Veterdiploma’ voor vrouwenkoor.
Gesproken zou kunnen worden van een compositorische verwantschap met bijvoorbeeld Darius Milhaud, Jean Langlais en Igor Strawinski.
Tenslotte, al zijn composities zijn van zodanig niveau, dat hij er vermoedelijk zelf géén zou hebben vernietigd, als hij nog zou kunnen terugblikken op 37 jaar compositorische arbeid.
Hieronder: Mathieu’s eigen woorden bij enkele van zijn werken (bron: interviews Regionale Omroep Zuid)
* 1. Diablerie – i.o.v. NOS – 1962 – Werk voor S, A, T, B – 3 min.
Wat mij vooral trof bij lezen van het gedicht van Pierre Kemp, was in de 1e plaats dat het een echt Kempgedicht was; ik heb me nogal wat in zijn literatuur verdiept, dus ik stond hier niet vreemd tegenover.
Toen ik dit gedicht las, drong zich een bepaald ritme op wat ik heb trachten vol te houden, en ik geloof dat dit gelukt is.
Dat ritme heb ik toebedeeld aan de titel van het stuk, Diablerie, en die titel blijft het hele stuk doorgaan, komt steeds terug. Het begin motief, het hele ritme waarop het stuk gebouwd is, is alleen de titel, en op het einde komt die titel dan ook weer terug met datzelfde ritme.
Ik heb zo getracht een bepaalde eenheid te krijgen, wat voor mij een lichtvoetig iets was, echt speels, een echte diablerie.
Wilt u een klein deel van de partituur zien? Klik hier.
Wilt u een kort fragment van de compositie beluisteren?
Dit werk is uitgevoerd door Het Maastrichts Kamerkoor, op 26 maart 1962 o.l.v.Jean Wolfs
≈ ≈ ≈
* 2. Pacem in Terris – i.o.v. Gemeente Sittard
– 1968 – Werk voor mk, sopr, harm. ork – 20 min.
– 1969 – Werk voor mk, sopr, bl, perc. – 20 min.
Tekst naar de gelijknamige encycliek. Dat vind ik een bijzonder boeiend werk van Paus Johannes. Algemeen gewaardeerd om de diep menselijke inhoud. Het gaat boven welke geloofsuiting ook, is met alles te combineren en houdt ook stand in alle tijden.
Het oorspronkelijke werk is door amateurs, koor en harmonie uit te voeren; met aanpassingen voor blazers en slagwerk van een symfonieorkest gaf dat andere mogelijkheden met andere klankkleuren. Ik ben met beide werken even gelukkig.
1e deel: gaat over alle volken over de hele wereld hierbij betrokken Uitdrukken in soort mateloosheid, die de hele tijd getracht wordt vol te houden.
2e deel over de mens, een wezen met persoonlijke wil en begaafdheid, dus subject van rechten en plichten, plichten die algemeen onschendbaar en onvervreemdbaar zijn. Ik heb gestreefd naar zelfstandigheid van de begeleiding, alle partijen moesten aan hun trekken komen.
3e deel; over de mens, die is van nature superieur, kan niet superieur zijn aan andere mensen. Iedere mens heeft kwaliteiten, allemaal verschillende kwaliteiten van verschillende mensen, maar allemaal even waardevol.
4e deel, La marcia; verminkte mars. Het oorlogsgeweld met kanonnen, maar ook met woorden en gedachten, uit zich in maatsoort en ….
5e deel, eenheid van de mensenfamilie; de menselijke natuur en waardigheid, iedereen is lid van die grote mensenfamilie, wit of zwart, welke muziek of welk ritme ze ook bedrijven.
Epiloog: is uit de Bergrede, evangelie van Allerheiligen, waarvan ik denk dat het een zinvol besluit vormt van Pacem in Terris.
Wilt u een klein deel van de partituur zien? Klik hier.
Wilt u een kort fragment van de compositie beluisteren?
Dit werk is uitgevoerd door het Sittards Mannenkoor op 29 december 1972 m.m.v. Ank Reinders, sopraan begeleid door blazers en slagwerkers van het Limburgs Symphonie Orkest het geheel o.l.v. Mathieu Geelen.
≈ ≈ ≈
* 3. Dood Zonde – i.o.v. NOS – 1974 – Werk voor mk, bl, perc. – 8 min.
Muziek gemaakt op tekst van Ben Sies.
Entree: daar komt een ietwat bekend volksliedachtig gegeven in voor – ik denk typisch Limburgs werk – waaruit zich een thema ontwikkelt dat gaat terugkomen met andere elementen en daar tussen in een moment waarop we zeggen goh, wat doodzonde, wat jammer dat het is weggegaan.
Mezelf omschrijven? Ik wil mij niet in een hokje plaatsen, maar tracht altijd om mij niet te laten inkapselen door een systeem. Ik wil vooral de uitvoerenden voor ogen houden, voor hen moet het uitvoerbaar zijn. Ik pas wel, als mij dat in mijn kraam te pas komt, bepaalde technieken toe. Maar die technieken zijn toch altijd alleen maar als materiaal-aandragers bedoeld voor datgene wat ik vind dat het moet gaan worden.
Ik ben niet behoudend, extreem modern of extreem eigentijds. Ik probeer zo veel mogelijk mijzelf te zijn.
Mensen die zeggen bij dit werk “typisch werk van Mathieu Geelen”. Daar sta ik een beetje argwanend tegenover, neem het met een flinke korrel zout. Echter er zullen zeker elementen zijn die mensen onder mijn naam zullen zetten, maar ik kan niet zeggen, ik heb zo’n trucje dat laat ik altijd ergens terugkomen zodat ik herkenbaar ben.
Wilt u een klein deel van de partituur zien? Klik hier.
Wilt u een kort fragment van de compositie beluisteren?
Dit werk is uitgevoerd het Sittards Mannenkoor op 9 december 1975 begeleid door blazers van het Maastrichts Conservatorium het geheel o.l.v. Jos Besselink.